begunstigde
- Geluid: begunstigde (hulp, bestand)
- be·gun·stig·de
vervoeging van |
---|
begunstigen |
begunstigde
- enkelvoud verleden tijd van begunstigen
- Ik begunstigde.
- Jij begunstigde.
- Hij, zij, het begunstigde.
- Ik begunstigde.
- verbogen vorm van begunstigd, voltooid deelwoord van begunstigen
- ▸ Maar zelf was hij niet meer dan een door Gods voorzienigheid uitzonderlijk begunstigde bruggenbouwer.[1]
- Het woord begunstigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begunstigde" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be