• li·chaams·taal
enkelvoud meervoud
naamwoord lichaamstaal lichaamstalen
verkleinwoord lichaamstaaltje lichaamstaaltjes

de lichaamstaalv / m

  1. het geheel van communicatieve boodschappen dat door middel van gebaren, mimiek, lichaamshouding en oogcontact wordt overgebracht dus niet d.m.v. het gesproken woord.
    • Lichaamstaal van kinderen. 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be