non-verbale communicatie

  • non-ver·ba·le com·mu·ni·ca·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord non-verbale communicatie -
verkleinwoord - -

de non-verbale communicatiev

  1. informatie uitwisselen zonder woorden te gebruiken, vooral door houding, gebaren en gelaatsuitdrukking
    • Ze kwam onze kant op.
      Ik keek.
      Zij keek.
      Ze liep voorbij en ze keek nog een keer.
      Haar non-verbale communicatie maakte duidelijk: kom me dan halen, als je durft. Ze maakte ook duidelijk: als iets doet wat mij niet bevalt, then I'll fuck you up.
       [1]
    • De kwaliteit van non-verbale communicatie is van positieve invloed op veranderingsbereidheid van medewerkers. [2]