• leer·gie·rig
  • Samenstellende afleiding van de stam van leren en gier met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen leergierig leergieriger leergierigst
verbogen leergierige leergierigere leergierigste
partitief leergierigs leergierigers -

leergierig

  1. het verlangen koesterend te leren
    • Er zijn altijd wel een paar leergierige leerlingen in een klas, maar ook die dat bepaaldelijk niet zijn. 
    • Dit soort dingen vertelde hij aan Kleine Woord, in wie hij, behalve een goed zoon, ook een leergierig opvolger vond. [1] 
     Blijf je hele leven lang leren, zo blijf je nederig, leergierig en niet arrogant.[2]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 15
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stellend attributief vergrotend overtreffend
leergierig leergierige leergieriger leergierigste

leergierig

  1. leergierig