latino
- la·ti·no
- van Engels Latino dat zelf weer teruggaat op Spaans latinoamericano "Latijns-Amerikaan"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | latino | latino's |
verkleinwoord |
de latino m
- bewoner van de VS met een afkomst uit Midden- of Zuid-Amerika
- - Een gecoördineerde correctie kan het niet worden genoemd. De negentig buitenlandse journalisten die de Hollywood Foreign Press Association vormen – inclusief schrijver dezes – kiezen anoniem uit meer dan 400 tv-series en honderden films. Maar dat er een verandering in de lucht hangt is duidelijk. Meer en meer weerspiegelt Hollywood het Amerika van zwarte, bruine, latino en blanke families en individuen. [1]
- Latino (officiële spelling tot 2006)
- Het woord latino staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "latino" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC 10 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
latino
latino
- la·ti·no
enkelvoud | meervoud |
---|---|
latino | latinos |
latino m
- latino in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | latino | latinos |
vrouwelijk | latina | latinas |
latino
- IPA: /lacɪnɔ/
- la·ti·no
latino