• la·ryn·gaal
enkelvoud meervoud
naamwoord laryngaal laryngalen
verkleinwoord - -

de laryngaalm

  1. (taalkunde) medeklinker die in het strottenhoofd gevormd wordt, zoals de h, keelletter
stellend
onverbogen laryngaal
verbogen laryngale

laryngaal

  1. (taalkunde) in het strottenhoofd gevormd
  2. (medisch) betreffende de larynx
29 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[2]