kvalita v

  1. kwaliteit; onderscheidende eigenschap of geschiktheid (voor een bepaald doel)


  • kva·li·ta

kvalita v

  1. kwaliteit; onderscheidende eigenschap of geschiktheid (voor een bepaald doel)
    «Spotřebitelé se často mohli přesvědčit o nízké kvalitě dováženého levného zboží z Asie.»
    Consumenten kunnen zich vaak worden overtuigen van de lage kwaliteit van geleverde goedkope goederen uit Azië.
  2. (figuurlijk) kwaliteit; goede eigenschappen van een object
    «Tato značka je vždy zárukou kvality
    Dit merk is altijd een waarborg van kwaliteit.
  1. jakost v, hodnota v, úroveň v, (verouderd) kakost v, kterakost v
  2. prvotřídnost v, výtečnost v
  1. nekvalitnost v, podřadnost v
  • dobrá kvalita v – hoge kwaliteit
  • špatná kvalita v – lage kwaliteit