• kop·te·le·foon
enkelvoud meervoud
naamwoord koptelefoon koptelefoons
verkleinwoord koptelefoontje koptelefoontjes

de koptelefoonm

  1. (elektrotechniek) stel van twee kleine luidsprekers die men tegen of in de oren plaatst
100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be