Pulvinaria regalis
  • (IPA in voorbereiding)
  • ko·nings·dop·luis
enkelvoud meervoud
naamwoord koningsdopluis koningsdopluizen
verkleinwoord koningsdopluisje koningsdopluisjes

de koningsdopluisv / m

  1. (halfvleugeligen) Pulvinaria regalis   een schildluis die behoort tot de wollige dopluizen. Koningsdopluizen leven van plantensap op bomen in met name steden. Ze leven polyfaag. Het is bekend dat ze op 65 soorten planten voorkomen uit 25 families. De belangrijkste boomsoorten die als gastheer fungeren voor dit schildluis zijn paardenkastanje, plataan, esdoorn, linde, iep, magnolia, laurier en kornoelje. Het kent alleen een generatie per jaar. Jonge exemplaren leven op takken en bladstelen en volwassen exemplaren op de stam. Op de stam produceren ze na de winter eierzakken waaruit een nieuwe generatie voorkomt. Deze zak is grotendeels verborgen onder het lichaam van het dier