Klinknagel
  • klink·na·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord klinknagel klinknagels
verkleinwoord klinknageltje klinknageltjes

de klinknagelm

  1. (werktuigbouwkunde) een metalen verbinding tussen twee platen bestaande uit twee cilidrische delen die van weerszijden die meestal onder verhitting door vervorming vast bevestigd worden
    • De scheepshuid zat vroeger met klinknagels bevestigd. 
     Het houten hek was versterkt met ijzeren banden en klinknagels en was minstens twee keer zo hoog en drie keer zo breed als de kerkdeuren.[1]
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]
  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be