Remache
  • re·ma·che
enkelvoud meervoud
remache remaches

remache m

  1. (techniek) het klinken
  2. (gereedschap) klinknagel
  3. (sport) stoot (biljard)


vervoeging van
remachar

remache

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van remachar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van remachar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van remachar