klikken
- klik·ken
- In de betekenis van ‘overbrengen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1401 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klikken |
klikte |
geklikt |
zwak -t | volledig |
klikken
- inergatief een klikkend geluid maken
- inergatief (informatica) met een muis of anderszins een keuze kenbaar maken door op een vlak op het scherm te drukken; clicken
- inergatief geheimen doorvertellen en daarmee iemand verraden
- ▸ Ze klikten niet, ze praatten hun mond nooit voorbij aan de telefoon of in de kroeg, ze lieten zich te voet niet achtervolgen, in dat geval schudden ze de achtervolgers altijd af.[2]
- onpersoonlijk ~ tussen tot een goede verstandhouding komen
- Het heeft altijd goed geklikt tussen die twee.
1. een klikkend geluid maken
2. met een muis of anderszins een keuze kenbaar maken door op een vlak op het scherm te drukken
de klikken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord klik
- Het woord klikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klikken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "klikken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be