• klik·te
vervoeging van
klikken

klikte

  1. enkelvoud verleden tijd van klikken
    • Ik klikte. 
    • Jij klikte. 
    • Hij, zij, het klikte. 
vervoeging van
klikken

klikte

  1. onpersoonlijke verleden tijd van klikken
    • Het klikte van meet af aan tussen hun.