Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·vend

Werkwoord

vervoeging van: kleven
verbogen vorm: klevende

klevend

  1. onvoltooid deelwoord van kleven
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen klevend klevender klevendst
verbogen klevende klevendere klevendste
partitief klevends klevenders -

Bijvoeglijk naamwoord

klevend

  1. met de neiging om te plakken
    • Zelfs de klevende vliegenvangers bieden geen soelaas, ook al moeten we ze wekelijks vervangen omdat er tientallen dode beestjes op kleven. [1] 
    • ,,Op de niet-klevende kant van de stickers is een speciale coating aangebracht”, legt hij uit. ,,De stoffen in de coating verdampen geleidelijk en vermijden dat de sporen van schimmels die op de schil zijn terechtgekomen kunnen kiemen.” [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen