keukendoek
  • keu·ken·doek
enkelvoud meervoud
naamwoord keukendoek keukendoeken
verkleinwoord keukendoekje keukendoekjes

de keukendoekm

  1. (kookkunst) in de keuken gebruikte doek als hulpmiddel bij het bereiden van voedsel
    • Snijd de aardappels in dikke plakken van 5 mm. Snijd de aardappelplakken in repen van 5 mm dik. Leg de frieten in een vergiet en spoel onder koud stromend water het zetmeel eraf. Verhit een frituurpan met olie tot 140 graden. Als je geen friteuse hebt, gebruik dan een stevige pan met dikke bodem en verhit hierin de olie. Controleer de temperatuur met een keukenthermometer. Verdeel de frieten over een schone keukendoek en dep ze goed droog. Bak de friet in kleine porties circa 3 minuten. Schud het mandje zachtjes in de olie zodat de temperatuur van de olie gelijk blijft. Schud de olie van de frieten en verdeel ze over de bakplaat met bakpapier. Laat ze helemaal afkoelen. Verhoog de temperatuur van de olie tot 180-190 graden. Bak de frieten in kleine porties in 3-4 minuten goudbruin en krokant. Bestrooi met zeezout naar smaak. [2] 
  2. (huishouden) een doek om de vaat af te drogen, vaatdoek
    • Maar de ham kan je schouder bevuilen en net zo kwalijk bevuilt je schouder de ham. Er moet iets tussen. En zie wat naast de nek van mijn held Den Blijker op zijn rechter schouder onder de ham ligt? De Herman-keukendoek. Daar dient de doek voor. [3] 
     Kitty doet veel meer dan keukendoeken. Omdat sierkunstenaar Chris Lebeau (1878-1945) -de damastontwerper van Dissel- anarchist is en weigert tafelgoed te ontwerpen voor koninklijke families is Kitty degene die tot drie maal toe damast ontwerpt voor het Nederlandse koningshuis.[4]
  1. keukendoek op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Sam de Voogt 19 oktober 2016
  3. NRC Wouter Klootwijk 9 januari 2009
  4.   Weblink bron
    Clasina van den Heuvel
    “Dienstbaar aan dagelijksheid” (02-02-2007), Reformatorisch Dagblad