Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·the·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord katheter katheters
verkleinwoord kathetertje kathetertjes

Zelfstandig naamwoord

de katheterm

  1. (medisch) buisje dat tijdelijk in een lichaamsholte wordt aangebracht, bijv. om lichaamsvocht op te vangen of een medicijn toe te dienen
    • De katheter werd verwijderd. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be