stoma
- sto·ma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoma | stoma's stomata |
verkleinwoord | stomaatje | stomaatjes |
de stoma m
- (plantkunde) huidmondje, een opening in een blad waar gassen doorheen kunnen
- Als het te heet wordt kunnen planten hun stomata sluiten om uitdroging te voorkomen.
- (medisch) kunstmatige uitgang in het (menselijk) lichaam.
Deze uitgang kan zijn voor ontlasting (colostoma of ileostoma), urine (urinestoma of urostoma, of een nefrostoma), gal (galstoma of leverstoma) en ademhaling (tracheostoma).- Een stoma van de darmen of urinewegen wordt aangelegd als de ontlasting of urine het lichaam niet meer via de natuurlijke weg kan of mag verlaten. [2]
-
1. Stoma van een tomatenblad.
-
2. Stoma voor urine.
- [1] huidmondje
- [2] roosje (spreektaal)
- [1] colostoma
- [1] galstoma
- [1] ileostoma
- [1] leverstoma
- [1] nefrostoma
- [1] tracheostoma
- [1] urinestoma
- [1] urostoma
- Het meervoud "stomata" is vooral gangbaar bij de eerste betekenis "huidmondjes van een plant".
1. huidmondje, een opening in een blad waar gassen doorheen kunnen
2. een kunstmatige uitgang in het (menselijk) lichaam
- Het woord stoma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoma" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "stoma" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ "AP en UP" in: Wat is een stoma? (18 mei 2018) op website: stomaatje.nl; geraadpleegd 2019-11-26
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be