Nederlands

 
[1] trui voor dames
 
[2] pinnen waarover een jumper geplaatst kan worden
Uitspraak
Woordafbreking
  • jum·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jumper jumpers
verkleinwoord jumpertje jumpertjes

Zelfstandig naamwoord

de jumperm [3]

  1. (kleding) trui voor dames en kinderen
    • Vier breiende vrouwen, uren aan een stuk, dat zal de Noorse landelijke tv-zender NRK komende vrijdag (1 november) primetime uitzenden. De Noorse vrouwen zullen proberen om het wereldrecord ‘sheep to jumper’ te breken. Tot nu toe staat dat op naam van een Australische die er in 2004 4 uur, 51 minuten en 14 seconden over deed om de wol van een schaap te scheren, wassen, spinnen en verwerken tot een trui. „Als we het record breken, dan duurt het programma minder dan 5 uur. Als dat niet lukt, blijven we uitzenden tot ons breiwerk af is”, zegt de producent van het programma Lise-May Spissøy.[4] 
  2. (elektrotechniek) verbindingsbrug tussen twee contacten
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen