jongelui
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jon·ge·lui
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud, samenstelling van jong bn en lui zn met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jongelui | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
jongelui mv
- aanspreektitel voor een groep jongeren
- In het weekend scheuren hier jongelui met auto's door de straten.
Vertalingen
1. aanspreektitel voor een groep jongeren
Zelfstandig naamwoord
jongelui mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jongeman
Gangbaarheid
- Het woord jongelui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "jongelui" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be