jongeman
- jon·ge·man
- samenstelling van jong en man met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jongeman | jongemannen jongelui jongelieden |
verkleinwoord | - | - |
de jongeman m
- een jeugdig persoon van het mannelijk geslacht
- Er stonden nog twee jongemannen op de bus te wachten.
- ▸ De twee jongemannen uit Westerhaar waren op zaterdag 23 november bij een vriend in Vroomshoop geweest. Toen ze het welletjes vonden en naar huis fietsten, hoorden ze gespartel in het water. „We wisten toen nog niet wat het was, het kon ook een dier zijn”, zegt Thomas.[1]
- Het woord jongeman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jongeman" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Ron Hemmink“René (19) en Thomas (18) uit Westerhaar redden man uit kanaal: ‘Vrij normaal dat je iemand helpt’” (08-06-2020), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be