jodenkerk
- Geluid: jodenkerk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈjodə(n)ˌkɛrək / (3 of 4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈjo.dəˌkɛrk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈjo.dəˌkɛrk/
- jo·den·kerk
- samenstelling van jood en kerk met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jodenkerk | jodenkerken |
verkleinwoord | jodenkerkje | jodenkerkjes |
- (beledigend) het lijkt hier wel een jodenkerk - het is hier onrustig en lawaaierig
1. zie: synagoge
- Het woord jodenkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jodenkerk" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be