indicatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·di·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanwijzing’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Naamwoord van handeling van indiceren met het achtervoegsel -atie
- afgeleid van het Franse indication of daarvoor van het Latijnse 'indicatio'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indicatie | indicaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de indicatie v
- aanwijzing
- aanduiding
- ▸ "In Rusland is de afgelopen weken en maanden terughoudend gereageerd op de mogelijkheid van een NAVO-lidmaatschap voor Finland en Zweden. Uit de commentaren proef je wrevel, men is in Moskou duidelijk 'not amused' en lijkt enigszins verrast door de stroomversnelling waarin dit proces ineens is gekomen. Maar concrete indicaties van een mogelijk Russisch antwoord op de uitbreiding van de alliantie zijn vooralsnog uitgebleven.[2]
- (juridisch) grond van verdenking
- (medisch) ziekteverschijnsel dat aanleiding is voor een bepaalde behandeling
Hyponiemen
- contra-indicatie, kostenindicatie, letterindicatie, omzetindicatie, opname-indicatie, prijsindicatie, verplegingsindicatie
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. aanwijzing
Gangbaarheid
- Het woord indicatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "indicatie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "indicatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Finse politieke leiders willen toetreden tot de NAVO, Rusland ziet dreiging” (12 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be