importeren
- Geluid: importeren (hulp, bestand)
- im·por·te·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘invoeren’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse importer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
importeren |
importeerde |
geïmporteerd |
zwak -d | volledig |
importeren [3]
- overgankelijk (economie) (vanuit het buitenland) invoeren
- Er werd veel geïmporteerd in dit jaar.
- ▸ Wakker Dier ziet dat voor de megastallen soja en ander veevoer wordt geïmporteerd uit de hele wereld. "Het vlees, de zuivel en de eieren worden grotendeels geëxporteerd. Maar de mest blijft hier en zorgt onder andere voor te veel stikstof in onze omgeving", stelt de organisatie.[4]
- overgankelijk (informatica) invoeren van gegevens in een informatiesysteem
- onovergankelijk, (verouderd) betekenen
- onovergankelijk, (verouderd) van belang zijn
1.
- Het woord importeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "importeren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "importeren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ importeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Aantal megastallen is in vijf jaar met bijna een kwart gestegen” (29 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be