Een standaard ijspriem

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·priem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijspriem ijspriemen
verkleinwoord ijspriempje ijspriempjes

Zelfstandig naamwoord

de ijspriemm

  1. (huishouden) (gereedschap) handgreep met ronde, scherpgepunte stalen pen om van een ijsstaaf kleine brokjes af te hakken
    • Ze hakte met de ijspriem een paar stukjes van de ijsstaaf af. 
    • Een ijspriem is een handig hulpmiddel bij schaatsen op natuurijs indien de schaatser in een wak belandt 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be