Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • idyl·lisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen idyllisch idyllischer
verbogen idyllische idyllischere
partitief idyllisch idyllischers -

Bijvoeglijk naamwoord

idyllisch

  1. bekoorlijk door landelijke eenvoud en liefelijkheid
    • Zie je dat idyllische plekje daar? 
     De rit van Mulhouse naar La Planche des Belles Filles is er een om naar uit te kijken. De naam van de finishplek klinkt idyllisch, maar het is een gemene beklimming van 7 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,7 procent, en op het einde een onverharde sectie. Het klassement zal worden opgeschud.[2]
     Hoe idyllisch het ook was, ik werd gek genoeg na een aantal uur weer onrustig. Goldie keek me verbaasd aan toen ik mijn rugzak opdeed. ‘Waarom die haast?’ Daar had ik geen antwoord op, maar ik vertrok.[3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. idyllisch op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

Bijvoeglijk naamwoord

idyllisch

  1. idyllisch