hurken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hur·ken
Woordherkomst en -opbouw
- ww: mogelijk via metathese van "hukkeren/huckeren", een frequentatief van Middelnederlands huken of onder invloed van Middelhoogduits huren (verouderd Duits hauern); in de betekenis van ‘met gebogen knieën op de eigen hielen zitten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1] [2] [3]
- zn: zelfstandig gebruik van het werkwoord, later opgevat als meervoudsvorm waaruit een zelden gebruikt enkelvoud is afgeleid met dezelfde betekenis [4] [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hurken |
hurkte |
gehurkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
hurken
- inergatief op de onderbenen gaan zitten
- Ze hurkte om wat onkruid te wieden.
- ▸ „Dank jullie wel. Het is goed dat jullie gekomen zijn,” zegt Distel na 120 seconden. De groep mensen gaat uiteen. Anderen pakken hun afgebroken gesprek weer op. Brandweermannen brengen een groet. Een witte auto start zijn dieselmotor en rijdt weg. De burgemeester hurkt voor het monument en kijkt naar de namen.[5]
-
Indonesische is gaan hurken bij haar kookpot.
-
Amerikaan is gaan hurken om graafwerk te bekijken.
Vertalingen
1. op de onderbenen gaan zitten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | (hurk) * | hurken |
verkleinwoord | (hurkje) * | hurkjes |
Zelfstandig naamwoord
hurken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hurk, lomperiken
- alleen meervoud houding waarbij men met gebogen knieën op de onderbenen rust
Opmerkingen
- Het enkelvoud "hurk" heeft (onder meer) dezelfde betekenis "houding met gebogen knieën" en is dus voor wat betreft die betekenis niet het enkelvoud van "hurken".
Uitdrukkingen en gezegden
- [1] op de hurkenmet gebogen knieën op de onderbenen rustend
(figuurlijk) alsof je een kind toespreekt
Gangbaarheid
- Het woord hurken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hurken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 hurken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "hurken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Maarten Schoon“Burgemeester Roelof Bleker herdenkt vuurwerkramp Enschede in stilte: ‘Goed om hier zoveel mensen te zien’” (13 mei 2022), Tubantia
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be