hoogvlieger
- Geluid: hoogvlieger (hulp, bestand)
- hoog·vlie·ger
- samenstelling van hoog en vlieger [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogvlieger | hoogvliegers |
verkleinwoord |
de hoogvlieger m
- begaafd persoon
- Volgens Kremlin-watchers is de president geen economische hoogvlieger en laat hij zich op dat vlak adviseren door getrouwen, experts en berichten in de media. [3]
- iets van zeer goede kwaliteit
- Natuurlijk willen ook speelgoedfabrikanten meeliften op het Star Wars-succes. En dus komt Lego met een game. Geslaagd? Mwah. Ruimteschipspel Hyperburner is evenmin een hoogvlieger. Maar beide spellen zijn nog lang zo overbodig niet als Perchang.[4]
- duivensoort
- [1] bolleboos,topper, uitblinker, licht,, slimmerik, whizzkid, genie, meesterbrein
- [1] dommerd
- Het woord hoogvlieger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoogvlieger" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ hoogvlieger op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Eva Cukier 12 december 2016
- ↑ NRC Hans Klis 16 augustus 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be