• heu·vel·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heuvelachtig heuvelachtiger heuvelachtigst
verbogen heuvelachtige heuvelachtigere heuvelachtigste
partitief heuvelachtigs heuvelachtigers -

heuvelachtig

  1. met aanzienlijke hellingen en hoogteverschillen
    • Westelijk van Raleigh wordt de staat Noord-Carolina steeds heuvelachtiger. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be