hersenspoelen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van hersenspoelen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | hersenspoelen | te hersenspoelen | ||||||||
toekomend | zullen hersenspoelen | te zullen hersenspoelen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gehersenspoeld | te hebben gehersenspoeld | ||||||||
toekomend | gehersenspoeld zullen hebben | gehersenspoeld te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
hersenspoelend | gehersenspoeld | ev. hersenspoel |
mv. verouderd hersenspoelt |
hersenspoele | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | hersenspoel | hersenspoelt | hersenspoelt | hersenspoelt | hersenspoelt | hersenspoelen | hersenspoelen | hersenspoelen | |||
verleden (o.v.t.) | hersenspoelde | hersenspoelde | hersenspoelde | hersenspoelde | hersenspoelde | hersenspoelden | hersenspoelden | hersenspoelden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal hersenspoelen | zult/zal hersenspoelen | zult/zal hersenspoelen | zult hersenspoelen | zal hersenspoelen | zullen hersenspoelen | zullen hersenspoelen | zullen hersenspoelen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou hersenspoelen | zou hersenspoelen | zou(dt) hersenspoelen | zoudt hersenspoelen | zou hersenspoelen | zouden hersenspoelen | zouden hersenspoelen | zouden hersenspoelen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gehersenspoeld | hebt gehersenspoeld | hebt/heeft gehersenspoeld | hebt gehersenspoeld | heeft gehersenspoeld | hebben gehersenspoeld | hebben gehersenspoeld | hebben gehersenspoeld | |||
verleden (v.v.t.) | had gehersenspoeld | had gehersenspoeld | had gehersenspoeld | hadt gehersenspoeld | had gehersenspoeld | hadden gehersenspoeld | hadden gehersenspoeld | hadden gehersenspoeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehersenspoeld hebben | zal/zult gehersenspoeld hebben | zult/zal gehersenspoeld hebben | zult gehersenspoeld hebben | zal gehersenspoeld hebben | zullen gehersenspoeld hebben | zullen gehersenspoeld hebben | zullen gehersenspoeld hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehersenspoeld hebben | zou gehersenspoeld hebben | zou/zoudt gehersenspoeld hebben | zoudt gehersenspoeld hebben | zou gehersenspoeld hebben | zouden gehersenspoeld hebben | zouden gehersenspoeld hebben | zouden gehersenspoeld hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gehersenspoeld worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gehersenspoeld | er is gehersenspoeld | |||||||||
verleden | er werd gehersenspoeld | er was gehersenspoeld | |||||||||
toekomend | er zal gehersenspoeld worden | er zal gehersenspoeld zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gehersenspoeld worden | er zou gehersenspoeld zijn | |||||||||
lijdende vorm gehersenspoeld worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gehersenspoeld worden | gehersenspoeld te worden | ||||||||
toekomend | gehersenspoeld zullen worden | gehersenspoeld te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gehersenspoeld zijn | gehersenspoeld te zijn | ||||||||
toekomend | gehersenspoeld zullen zijn | gehersenspoeld te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gehersenspoeld | wordt gehersenspoeld | wordt gehersenspoeld | wordt gehersenspoeld | wordt gehersenspoeld | worden gehersenspoeld | worden gehersenspoeld | worden gehersenspoeld | |||
verleden (o.v.t.) | werd gehersenspoeld | werd gehersenspoeld | werd gehersenspoeld | werdt gehersenspoeld | werd gehersenspoeld | werden gehersenspoeld | werden gehersenspoeld | werden gehersenspoeld | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gehersenspoeld worden | zult gehersenspoeld worden | zult gehersenspoeld worden | zult gehersenspoeld worden | zal gehersenspoeld worden | zullen gehersenspoeld worden | zullen gehersenspoeld worden | zullen gehersenspoeld worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gehersenspoeld worden | zou gehersenspoeld worden | zou/zoudt gehersenspoeld worden | zoudt gehersenspoeld worden | zou gehersenspoeld worden | zouden gehersenspoeld worden | zouden gehersenspoeld worden | zouden gehersenspoeld worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gehersenspoeld | bent gehersenspoeld | bent/is gehersenspoeld | zijt gehersenspoeld | is gehersenspoeld | zijn gehersenspoeld | zijn gehersenspoeld | zijn gehersenspoeld | |||
verleden (v.v.t.) | was gehersenspoeld | was gehersenspoeld | was gehersenspoeld | waart gehersenspoeld | was gehersenspoeld | waren gehersenspoeld | waren gehersenspoeld | waren gehersenspoeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehersenspoeld zijn | zult gehersenspoeld zijn | zult gehersenspoeld zijn | zult gehersenspoeld zijn | zal gehersenspoeld zijn | zullen gehersenspoeld zijn | zullen gehersenspoeld zijn | zullen gehersenspoeld zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehersenspoeld zijn | zou gehersenspoeld zijn | zou/zoudt gehersenspoeld zijn | zoudt gehersenspoeld zijn | zou gehersenspoeld zijn | zouden gehersenspoeld zijn | zouden gehersenspoeld zijn | zouden gehersenspoeld zijn |