vervoeging van de bedrijvende vorm van herinterpreteren
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
herinterpreteren
|
te herinterpreteren
|
toekomend
|
zullen herinterpreteren
|
te zullen herinterpreteren
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
hebben geherinterpreteerd
|
te hebben geherinterpreteerd
|
toekomend
|
geherinterpreteerd zullen hebben
|
geherinterpreteerd te zullen hebben
|
|
onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
gebiedende wijs |
aanvoegende wijs
|
|
herinterpreterend |
geherinterpreteerd |
ev. herinterpreteer |
mv. verouderd herinterpreteert |
herinterpretere
|
aantonende wijs |
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij, ge |
hij, zij, het |
wij, we |
jullie |
zij, ze
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
herinterpreteer |
herinterpreteert |
herinterpreteert |
herinterpreteert |
herinterpreteert |
herinterpreteren |
herinterpreteren |
herinterpreteren
|
verleden (o.v.t.) |
herinterpreteerde |
herinterpreteerde |
herinterpreteerde |
herinterpreteerde |
herinterpreteerde |
herinterpreteerden |
herinterpreteerden |
herinterpreteerden
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal herinterpreteren |
zult/zal herinterpreteren |
zult/zal herinterpreteren |
zult herinterpreteren |
zal herinterpreteren |
zullen herinterpreteren |
zullen herinterpreteren |
zullen herinterpreteren
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou herinterpreteren |
zou herinterpreteren |
zou(dt) herinterpreteren |
zoudt herinterpreteren |
zou herinterpreteren |
zouden herinterpreteren |
zouden herinterpreteren |
zouden herinterpreteren
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
heb geherinterpreteerd |
hebt geherinterpreteerd |
hebt/heeft geherinterpreteerd |
hebt geherinterpreteerd |
heeft geherinterpreteerd |
hebben geherinterpreteerd |
hebben geherinterpreteerd |
hebben geherinterpreteerd
|
verleden (v.v.t.) |
had geherinterpreteerd |
had geherinterpreteerd |
had geherinterpreteerd |
hadt geherinterpreteerd |
had geherinterpreteerd |
hadden geherinterpreteerd |
hadden geherinterpreteerd |
hadden geherinterpreteerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal geherinterpreteerd hebben |
zal/zult geherinterpreteerd hebben |
zult/zal geherinterpreteerd hebben |
zult geherinterpreteerd hebben |
zal geherinterpreteerd hebben |
zullen geherinterpreteerd hebben |
zullen geherinterpreteerd hebben |
zullen geherinterpreteerd hebben
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou geherinterpreteerd hebben |
zou geherinterpreteerd hebben |
zou/zoudt geherinterpreteerd hebben |
zoudt geherinterpreteerd hebben |
zou geherinterpreteerd hebben |
zouden geherinterpreteerd hebben |
zouden geherinterpreteerd hebben |
zouden geherinterpreteerd hebben
|
onpersoonlijke lijdende vorm geherinterpreteerd worden
|
|
onvoltooid |
voltooid
|
tegenwoordig |
er wordt geherinterpreteerd |
er is geherinterpreteerd
|
verleden |
er werd geherinterpreteerd |
er was geherinterpreteerd
|
toekomend |
er zal geherinterpreteerd worden |
er zal geherinterpreteerd zijn
|
voorwaardelijk |
er zou geherinterpreteerd worden |
er zou geherinterpreteerd zijn
|
lijdende vorm geherinterpreteerd worden
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
geherinterpreteerd worden
|
geherinterpreteerd te worden
|
toekomend
|
geherinterpreteerd zullen worden
|
geherinterpreteerd te zullen worden
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
geherinterpreteerd zijn
|
geherinterpreteerd te zijn
|
toekomend
|
geherinterpreteerd zullen zijn
|
geherinterpreteerd te zullen zijn
|
|
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
word geherinterpreteerd |
wordt geherinterpreteerd |
wordt geherinterpreteerd |
wordt geherinterpreteerd |
wordt geherinterpreteerd |
worden geherinterpreteerd |
worden geherinterpreteerd |
worden geherinterpreteerd
|
verleden (o.v.t.) |
werd geherinterpreteerd |
werd geherinterpreteerd |
werd geherinterpreteerd |
werdt geherinterpreteerd |
werd geherinterpreteerd |
werden geherinterpreteerd |
werden geherinterpreteerd |
werden geherinterpreteerd
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal geherinterpreteerd worden |
zult geherinterpreteerd worden |
zult geherinterpreteerd worden |
zult geherinterpreteerd worden |
zal geherinterpreteerd worden |
zullen geherinterpreteerd worden |
zullen geherinterpreteerd worden |
zullen geherinterpreteerd worden
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou geherinterpreteerd worden |
zou geherinterpreteerd worden |
zou/zoudt geherinterpreteerd worden |
zoudt geherinterpreteerd worden |
zou geherinterpreteerd worden |
zouden geherinterpreteerd worden |
zouden geherinterpreteerd worden |
zouden geherinterpreteerd worden
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
ben geherinterpreteerd |
bent geherinterpreteerd |
bent/is geherinterpreteerd |
zijt geherinterpreteerd |
is geherinterpreteerd |
zijn geherinterpreteerd |
zijn geherinterpreteerd |
zijn geherinterpreteerd
|
verleden (v.v.t.) |
was geherinterpreteerd |
was geherinterpreteerd |
was geherinterpreteerd |
waart geherinterpreteerd |
was geherinterpreteerd |
waren geherinterpreteerd |
waren geherinterpreteerd |
waren geherinterpreteerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal geherinterpreteerd zijn |
zult geherinterpreteerd zijn |
zult geherinterpreteerd zijn |
zult geherinterpreteerd zijn |
zal geherinterpreteerd zijn |
zullen geherinterpreteerd zijn |
zullen geherinterpreteerd zijn |
zullen geherinterpreteerd zijn
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou geherinterpreteerd zijn |
zou geherinterpreteerd zijn |
zou/zoudt geherinterpreteerd zijn |
zoudt geherinterpreteerd zijn |
zou geherinterpreteerd zijn |
zouden geherinterpreteerd zijn |
zouden geherinterpreteerd zijn |
zouden geherinterpreteerd zijn
|