herfinancieren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van herfinancieren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | herfinancieren | te herfinancieren | ||||||||
toekomend | zullen herfinancieren | te zullen herfinancieren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geherfinancierd | te hebben geherfinancierd | ||||||||
toekomend | geherfinancierd zullen hebben | geherfinancierd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
herfinancierend | geherfinancierd | ev. herfinancier |
mv. verouderd herfinanciert |
herfinanciere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | herfinancier | herfinanciert | herfinanciert | herfinanciert | herfinanciert | herfinancieren | herfinancieren | herfinancieren | |||
verleden (o.v.t.) | herfinancierde | herfinancierde | herfinancierde | herfinancierde | herfinancierde | herfinancierden | herfinancierden | herfinancierden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal herfinancieren | zult/zal herfinancieren | zult/zal herfinancieren | zult herfinancieren | zal herfinancieren | zullen herfinancieren | zullen herfinancieren | zullen herfinancieren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou herfinancieren | zou herfinancieren | zou(dt) herfinancieren | zoudt herfinancieren | zou herfinancieren | zouden herfinancieren | zouden herfinancieren | zouden herfinancieren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geherfinancierd | hebt geherfinancierd | hebt/heeft geherfinancierd | hebt geherfinancierd | heeft geherfinancierd | hebben geherfinancierd | hebben geherfinancierd | hebben geherfinancierd | |||
verleden (v.v.t.) | had geherfinancierd | had geherfinancierd | had geherfinancierd | hadt geherfinancierd | had geherfinancierd | hadden geherfinancierd | hadden geherfinancierd | hadden geherfinancierd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geherfinancierd hebben | zal/zult geherfinancierd hebben | zult/zal geherfinancierd hebben | zult geherfinancierd hebben | zal geherfinancierd hebben | zullen geherfinancierd hebben | zullen geherfinancierd hebben | zullen geherfinancierd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geherfinancierd hebben | zou geherfinancierd hebben | zou/zoudt geherfinancierd hebben | zoudt geherfinancierd hebben | zou geherfinancierd hebben | zouden geherfinancierd hebben | zouden geherfinancierd hebben | zouden geherfinancierd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geherfinancierd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geherfinancierd | er is geherfinancierd | |||||||||
verleden | er werd geherfinancierd | er was geherfinancierd | |||||||||
toekomend | er zal geherfinancierd worden | er zal geherfinancierd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geherfinancierd worden | er zou geherfinancierd zijn | |||||||||
lijdende vorm geherfinancierd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geherfinancierd worden | geherfinancierd te worden | ||||||||
toekomend | geherfinancierd zullen worden | geherfinancierd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geherfinancierd zijn | geherfinancierd te zijn | ||||||||
toekomend | geherfinancierd zullen zijn | geherfinancierd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geherfinancierd | wordt geherfinancierd | wordt geherfinancierd | wordt geherfinancierd | wordt geherfinancierd | worden geherfinancierd | worden geherfinancierd | worden geherfinancierd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geherfinancierd | werd geherfinancierd | werd geherfinancierd | werdt geherfinancierd | werd geherfinancierd | werden geherfinancierd | werden geherfinancierd | werden geherfinancierd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geherfinancierd worden | zult geherfinancierd worden | zult geherfinancierd worden | zult geherfinancierd worden | zal geherfinancierd worden | zullen geherfinancierd worden | zullen geherfinancierd worden | zullen geherfinancierd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geherfinancierd worden | zou geherfinancierd worden | zou/zoudt geherfinancierd worden | zoudt geherfinancierd worden | zou geherfinancierd worden | zouden geherfinancierd worden | zouden geherfinancierd worden | zouden geherfinancierd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geherfinancierd | bent geherfinancierd | bent/is geherfinancierd | zijt geherfinancierd | is geherfinancierd | zijn geherfinancierd | zijn geherfinancierd | zijn geherfinancierd | |||
verleden (v.v.t.) | was geherfinancierd | was geherfinancierd | was geherfinancierd | waart geherfinancierd | was geherfinancierd | waren geherfinancierd | waren geherfinancierd | waren geherfinancierd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geherfinancierd zijn | zult geherfinancierd zijn | zult geherfinancierd zijn | zult geherfinancierd zijn | zal geherfinancierd zijn | zullen geherfinancierd zijn | zullen geherfinancierd zijn | zullen geherfinancierd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geherfinancierd zijn | zou geherfinancierd zijn | zou/zoudt geherfinancierd zijn | zoudt geherfinancierd zijn | zou geherfinancierd zijn | zouden geherfinancierd zijn | zouden geherfinancierd zijn | zouden geherfinancierd zijn |