helmstok
- helm·stok
- In de betekenis van ‘stok die het roer beweegt’ voor het eerst aangetroffen in 1465 [1]
- samenstelling van helm en stok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | helmstok | helmstokken |
verkleinwoord | helmstokje | helmstokjes |
de helmstok m
- houten staaf aan het roer waarmee het roer in de gewenste stand gezet wordt
1.
- Het woord helmstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "helmstok" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "helmstok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be