Een houten helmstok op een jol
  • helm·stok
  • In de betekenis van ‘stok die het roer beweegt’ voor het eerst aangetroffen in 1465 [1]
  • samenstelling van  helm  en  stok 
enkelvoud meervoud
naamwoord helmstok helmstokken
verkleinwoord helmstokje helmstokjes

de helmstokm

  1. houten staaf aan het roer waarmee het roer in de gewenste stand gezet wordt
88 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[2]