Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·zel·muis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hazelmuis hazelmuizen
verkleinwoord hazelmuisje hazelmuisjes

Zelfstandig naamwoord

de hazelmuisv / m

  1. (knaagdieren) knaagdier in de familie van slaapmuizen, Muscardinus avellanarius  
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be