hakenkruis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hakenkruis (hulp, bestand)
- IPA: //ˈhaː.kə(n)ˌkrœys/
Woordafbreking
- ha·ken·kruis
Woordherkomst en -opbouw
- Vernederlandste ontlening aan Duits Hakenkreuz, in de betekenis van ‘swastika, insigne van nazi's’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
- samenstelling van haak en kruis met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakenkruis | hakenkruisen hakenkruizen |
verkleinwoord | hakenkruisje | hakenkruisjes |
Zelfstandig naamwoord
het hakenkruis o
- is een symbool in de vorm van een kruis met aan alle uiteinden een haak.
- Het hakenkruis is berucht geworden als teken van de Nazi's.
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hakenkruis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hakenkruis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "hakenkruis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be