gull
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gull | gulls |
gull
- IPA: / gʊdl /
gull
- (scheikunde), (element) goud
- IPA: / kʏtl /
- gull
Naar frequentie | 2076 |
---|
gull
- (scheikunde) (element) goud
- gull
Naar frequentie | 1329 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gull | gullet | gull | gulla gullene |
genitief | gulls | gullets | gulls | gullas gullenes |
gull, o
- (scheikunde), (element) goud
- (figuurlijk) rijkdom, geld
- (kleur) goudkleur
- (dierkunde), (plantkunde) het eerste deel van een samengesteld woord voor een goudenkleurig dier of een goudkleurige plant
- de gouden medaille
- (eufemisme) een koosnaampje
|
- [2]: Det er ikke gull alt som glimrer.
Het is niet alles goud wat er blinkt.
- [1]: være god som gull
wonderwel zijn
- [2]: love gull og grønne skoger
iemand koeien met gouden hoorns beloven
- [4]: av gull
- [6]: gullet mitt
mijn goudstuk
gull
- gull
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gull | gullet | gull | gulla |
gull, o
- (scheikunde), (element) goud
- (figuurlijk) rijkdom, geld
- (kleur) goudkleur
- (dierkunde), (plantkunde) het eerste deel van een samengesteld woord voor een goudenkleurig dier of een goudkleurige plant
- (sport) de gouden medaille
- (eufemisme) een koosnaampje
|
- [2]: Det er ikkje gull alt som glimrar.
Het is niet alles goud wat er blinkt.
- [1]: vere god som gull
wonderwel zijn
- [2]: love gull og grønne skogar
iemand koeien met gouden hoorns beloven
- [3]: av gull
- [5]: gullet mitt
gull
- IPA: / gɔl /
- gull
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gull | |||
genitief | ||||
datief | ||||
accusatief |
gull, o
- (scheikunde), (element) goud