grote vossenstaart
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te vos·sen·staart
- verbinding van grote en vossenstaart
- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote vossenstaart | grote vossenstaarten |
verkleinwoord | groot vossenstaartje | grote vossenstaartjes |
de grote vossenstaart m
- (bloemplanten) Alopecurus pratensis een wilde, zodevormende vaste plant uit de grassenfamilie (Poaceae ) met rechtopgaande, soms aan de voet geknikte bloeistengels en met korte uitlopers. De soort komt algemeen voor op rijke, vochtige, iets kalkrijke grond in graslanden, uiterwaarden, dijken, bermen en lichte loofbossen. De plant verdraagt tijdelijke overstromingen goed. De hoogte is circa 1,2 m. Het is in het vegetatieve stadium een erg voedzame (hoge voederwaarde) plant en een van de vroegst bloeiende grassoorten. Is door het vroege doorschieten echter niet geschikt als weidegras. De plant bloeit van april tot juni en vaak voor een tweede keer in augustus tot oktober
- Het woord 'grote vossenstaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] grote vossenstaart in het Nederlands Soortenregister N
- [1] grote vossenstaart op Wikidata
- [1] grote vossenstaart op "Wilde planten in Nederland en België" ♣