• groo·vy
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen groovy groovyer groovyst
verbogen groovyste
partitief groovy's groovyers -

groovy

  1. gaaf [1], te gek
    • Sylvia Geersen is het nieuwe gezicht van dance event Voyeur in de Heineken Music Hall op 28 november. Het topmodel promoot het 'groovy evenement' op Facebook en op 300 billboards in Amsterdam. [1] 
    • Hoe het gaat klinken? "Het is groovy en het heeft een nieuwe frisse sound", aldus Caro die er verder nog niet te veel over kwijt wil. [2] 
74 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]


  • groo·vy
  • Afleiding van het Engelse zelfstandige naamwoord groove met het achtervoegsel -y
stellend vergrotend overtreffend
groovy groovier grooviest

groovy

  1. (informeel) gaaf [1], te gek, geweldig, prima
enkelvoud meervoud
groovy groovies

groovy

  1. (informeel), (persoon) iemand die geweldig is