grootmoedig
- Geluid: grootmoedig (hulp, bestand)
- groot·moe·dig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grootmoedig | grootmoediger | grootmoedigst |
verbogen | grootmoedige | grootmoedigere | grootmoedigste |
partitief | grootmoedigs | grootmoedigers | - |
grootmoedig
- een ander voorrang boven je zelf kunnen geven
- Grootmoedig stond de jongeman zijn zitplaats af aan de invalide vrouw.
- Grootmoedig erkende hij zijn ongelijk.
- Het woord grootmoedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grootmoedig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be