Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • edel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘adellijk’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1] [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen edel edeler edelst
verbogen edele edelere edelste
partitief edels edelers -

Bijvoeglijk naamwoord

edel

  1. hele goede eigenschappen hebbend
    • Hij heeft een edel karakter. 
  2. (adel) van adel zijn, adellijk
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen