graspieper

Nederlands

Anthus pratensis

Uitspraak

• Geluid:  graspieper    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gras·pie·per

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gras  en  pieper 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	graspieper	graspiepers
verkleinwoord	graspiepertje	graspiepertjes

Zelfstandig naamwoord

de graspieper m

1. (zangvogels) Anthus pratensis , een zangvogel uit de familie Motacillidae

Hyperoniemen

• kwikstaarten en piepers, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Vertalingen

    1. Anthus pratensis, een zangvogel uit de familie Motacillidae   

Deens: engpiber (da) Duits: Wiesenpieper (de) m Engels: Meadow Pipit (en) Frans: pipit farlouse (fr)

Fries: piipljurk (fy) Italiaans: pispola (it) Noors: heipiplerke (no) Pools: Świergotek łąkowy  (pl)

Gangbaarheid

• Het woord graspieper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.