gordelriem
- Geluid: gordelriem (hulp, bestand)
- gor·del·riem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gordelriem | gordelriemen |
verkleinwoord |
de gordelriem m
- (kleding) leren riem die men om het middel draagt
- ▸ In het wagentje zat een stevige, volbloedige man met een strak aangetrokken gordelriem om zijn middel.[2]
- (astronomie) een ongeveer 20 graden brede zone aan de hemelbol, waarbinnen de schijnbare banen van de zon, de maan en de planeten verlopen
- [1] tailleband, singel, gordel, riem, ceintuur, broeksband, broekriem, gordelband
- [2] dierenriem
- Het woord gordelriem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.