Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gor·del·riem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gordelriem gordelriemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gordelriemm

  1. (kleding) leren riem die men om het middel draagt
     In het wagentje zat een stevige, volbloedige man met een strak aangetrokken gordelriem om zijn middel.[2]
  2. (astronomie) een ongeveer 20 graden brede zone aan de hemelbol, waarbinnen de schijnbare banen van de zon, de maan en de planeten verlopen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen