gordeldieren
- (IPA in voorbereiding)
- gor·del·die·ren
- samenstelling van gordel zn en dieren zn
- gordeldier zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gordeldieren | |
verkleinwoord |
de gordeldieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gordeldier
- meervoudsvorm als officiële benaming (gordeldierachtigen) Dasypodidae de enige overlevende familie uit de gordeldierachtigen (Cingulata). Er zijn 21 levende soorten in acht geslachten. De Dasypodidae is een oude familie. Utaetus, een van de eerste gordeldieren, leefde in het eoceen en leek veel op de huidige soorten
- [2] Boliviaans behaard gordeldier, bruinbehaard gordeldier, chacokaalstaartgordeldier, driebandgordeldier, dwerggordeldier, gordelmol, groot kaalstaartgordeldier, harig gordeldier, kapplergordeldier, klein behaard gordeldier, kogelgordeldier, Midden-Amerikaans kaalstaartgordeldier, negenbandgordeldier, reuzengordeldier, savannegordeldier, zesbandgordeldier, zevenbandgordeldier, zuidelijk gordeldier, zuidelijk kaalstaartgordeldier
- Het woord gordeldieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.