glycerine
- gly·ce·ri·ne
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘driewaardige alcohol’ voor het eerst aangetroffen in 1831 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glycerine | - |
verkleinwoord | - | - |
- (scheikunde) glycerol (C3H8O3)
1.
- Het woord glycerine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glycerine" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "glycerine" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ glycerine op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
glycerine
- (scheikunde) glycerine, glycerol; dikvloeibare, zoet smakende alcohol
- C3H8O3
- E 422
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /glɪtsɛriːnɛ/
- gly·ce·ri·ne
glycerine