glucksich
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- gluck·sich
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
glucksich | glucksicher | glucksichscht |
Bijvoeglijk naamwoord
glucksich
- (dierengeluid) klokkend (van vogels)
- (dierengeluid) kirrend (van vogels)
Opmerkingen
Bijvoeglijk naamwoord
glucksich
- nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van glucksich