Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /gɛrmaːnskiː/
Woordafbreking
  • ger·mán·ský
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

germánský

  1. (demoniem) Germaans; met betrekking tot de Germanen
  2. (demoniem) Germaans; met betrekking tot Germanië
  3. (taal) Germaans; met betrekking tot de Germaanse talen
Verbuiging


Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • germánská mytologie v - Germaanse mythologie
  • germánské kmeny mv - Germaanse stammen
  • germánský jazyk m onbezield - Germaanse taal
Verwante begrippen

Verwijzingen