gelegen
- ge·le·gen
- vervoeging van liggen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/), waarna verdubbeling van de medeklinker niet meer nodig is voor de uitspraak
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gelegen | gelegener | gelegenst |
verbogen | - | - | - |
partitief | gelegens | gelegeners | - |
gelegen [1]
- geschikt, goed uitkomend
- Dit bezoek komt me nu niet gelegen
vervoeging van: | liggen… |
geen verbogen vorm |
gelegen
- voltooid deelwoord van liggen
- ▸ Ik filterde zo snel mogelijk een liter water voor mijn avondmaal en zocht een wat hogerop gelegen plek in de hoop daar wat minder last van de insecten te hebben.[2]
- Het woord gelegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelegen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be