Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·af·ge·le·gen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen verafgelegen
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

verafgelegen

  1. op grote afstand
    • Hij was op vakantie naar een verafgelegen land. 
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be