Gaskous

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·kous
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gaskous gaskousen
verkleinwoord gaskousje gaskousjes

Zelfstandig naamwoord

de gaskousv / m )

  1. (techniek) de lichtbron van een geprepareerd weefsel in een gaslamp
    • Bij de eerste keer verbranden verkrijgt het gaskousje min of meer een bolvorm. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie