• flo·re·rend
vervoeging van: floreren
verbogen vorm: florerende

florerend

  1. onvoltooid deelwoord van floreren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen florerend florerender florerendst
verbogen florerende florerendere florerendste
partitief florerends florerenders -

florerend

  1. van iets of iemand dat hij zich goed ontwikkeld, dat hij gezond is, dat het goed gaat
    • Brancheorganisatie BOVAG wijt de huidige stijging aan de florerende economie. ,,Een motor is voor veel mensen toch een luxe product. Bij hoogconjunctuur liggen de verkopen beduidend hoger’’, vertelt woordvoerder Tom Huyskens. [1] 
    • Een van de achterliggende oorzaken van de florerende theaterbusiness is het almaar toenemende toerisme in New York. Ongeveer 63 procent van de theaterbezoekers is toerist. Daarnaast was er op Broadway met 72 shows ontzettend veel keus voor de theaterliefhebber. [2]