Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloei·end

Werkwoord

vervoeging van: bloeien
verbogen vorm: bloeiende

bloeiend

  1. onvoltooid deelwoord van bloeien
stellend
onverbogen bloeiend
verbogen bloeiende
partitief bloeiends

Bijvoeglijk naamwoord

bloeiend

  1. als een bloem of iets anders op zijn mooist is
    • De bloeiende rozen waren prachtig en roken heerlijk. 
    • 'In de schaduw van de bloeiende meisjes' is een roman van Marcel Proust. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be